Je hebt van die straten die een muzikale geschiedenis hebben. Slechts weinigen weten dat van de Gijsbrecht van Walenborchstraat in Utrecht. De straat waar ik geboren ben en mijn jeugd heb doorgebracht. Het is de straat waar Herman van Veen en Ramses Shaffy langskwamen, omdat mijn broer David hun manager was en Elly Nieman op bezoek kwam bij mijn broer Jan, die aan cabaret deed. Maar ook van Rob Douw, die van 1967 tot 1969 inde Haagse band Supersister speelde, en van Frans Klaver van de Utrechtse groep Moes Moes en de Appels. Maar de bekendste muzikant die er opgroeide is Erik de Jong, oftewel Spinvis.
De familie de Jong was een gastvrij gezin. Ik kwam er graag over de vloer en de dochter des huizes heeft me nog leren schaatsen. Erik was net als ik goed bevriend met een andere Erik, en wij speelden vaak met zijn drieën op straat na schooltijd. Later deden beide Erik’s aan muziek en zongen ze op een intense manier in luidruchtige bands.
Heel bijzonder is het om, ook al is het van grote afstand, dat jongetje van toen te horen en zien ontwikkelen tot een succesvol muzikant. Ik vind het van moed getuigen dat Erik zo zijn eigen weg is gegaan. Van pielen met casettebandjes en computers op zolder en van een muzikant die zeker geen optredende act zou worden, tot een artiest die op eigenzinnige wijze toch een band samenstelde, met ondermeer oude rotten als zijn vader Walter de Jong (basgitaar) en Han Reiziger (piano). Dat proces is schitterend vastgelegd op de dvd die bij het album Nieuwegein aan zee (2003) zit. En daarna is het succes alleen maar groter geworden, terwijl Erik gelukkig gewoon zichzelf blijft en zijn eigen koers vaart bij het maken van prachtige muzikale en tekstuele collages en sfeertekeningen. Kijk en luister maar naar Begin Oktober, dat werd gespeeld in de 2 Meter Sessies van November 2011. Helaas is deze opname verwijderd van YouTube en moeten we het doen met deze plaatopname.
Begin Oktober
God wat een dag.
God wat een dag,
het verkeer heel de tijd,
als je wist het gezeur.
Hoe dan ook,
‘t is weer gebeurd.
Iemand heeft hier.
Iemand heeft hier
net zo’n auto als jij,
zelfde kleur stationcar.
Zo’n moment, zo bizar.
Ik hoor de wind hier vanuit mijn bed.
Uit het keukenraam zie je de zee nog net.
Het stormde vandaag,
maar jij houdt van de herfst toch?
Dat heb je een keer toen gezegd.
Heel langzaam raak ik alles hier kwijt.
Een film die zo bijzonder zou zijn.
Het zei me helemaal niets,
ik weet niet eens hoe die heet.
Vond jij ook! Absoluut!
Als je erbij was geweest.
Zoals je weet.
Zoals je weet
praat ik soms in mijn slaap.
Niemand meer die het hoort.
Ik blijf in vorm. Ik eet gezond.
Er is zoveel te doen.
Ik heb zoveel te doen
en toch zoveel beloofd.
Prik een dag, schrijf het op,
ga akkoord, lees een boek.
Onthoud geen woord.
Een feestje is leuk voor een keer.
Ik ken de regels ook wel,
maar ik speel het spel niet meer.
Ik verander misschien,
mijn cynisme verdween.
Ik word stil, ik word milder
en ik ben liever alleen.
In de bomen ‘s nachts hoor je de tijd.
Ik drink niet meer.
‘t is geen medicijn voor mij.
Maar donderdagnacht
ging het wel even mis.
Het werd alweer licht in de straat,
En ik dronk en ik dronk heel de tijd.
Je had er bij moeten zijn.
Je had er bij moeten zijn.