Archive for the ‘Uncategorized’ Category


10.07.2011

Karine Polwart & Chris Wood – The Moving On Song

Soms wordt het ook de Songcatcher even teveel en neemt de verontwaardiging het van me over. Eerst waren het Marokkaanse ettertjes die het land uit moesten, daarna alle Moslims en nu zijn de elitaire cultuurliefhebbers van de grachtengordel en vooral dat stelletje uitvreters van kunstenaars aan de buurt. Waarom eigenlijk niet bankiers uitgekozen om ons land uit te zetten, want die hebben toch de financiële crisis veroorzaakt waardoor we nu zo moeten bezuinigen? Weg met die lui! Die kunnen makkelijk naar hun tweede huis met zwembad in Frankrijk of Spanje! Missen we niks aan! Maar misschien ga ik zelf wel met ze mee, weg uit dit rare land, waar dierenleed belangrijker is geworden dan kinderleed en waar psychiatrische patiënten zich maar in familiekring moeten laten verzorgen, omdat er teveel aanstellers tussen zouden zitten die al die dure zorg helemaal niet nodig hebben. Daar is toch geen zinnige discussie meer over aan te gaan?

De normen en waarden van Jan met de Pet zijn leidend geworden, liberalisme is verworden tot populisme en respectloosheid voor mensen die anders geloven en doen wordt steeds meer de norm. Ik voel me niet thuis als menselijke normen en waarden worden vervangen door economische belangen en het onbegrensde recht van een ieder om respectloos zijn bek open te trekken. Dus lijkt het me de hoogste tijd voor een protestlied, met centraal de shockerende zin “You’d better get born someplace else”. Oprotten dus.

Ewan MacColl (1915-1989) was de zoon van Schotse immigranten in Engeland. Zijn vader was ijzerbewerker en een militante vakbondsman die in de meeste gieterijen in Schotland op de zwarte lijst was komen te staan. (*1) MacColl, die eigenlijk James (Jimmy) Miller heette, combineerde zijn eigen activisme met muziek in theaters en op straat. In de jaren 50 groeide hij uit tot één van de meest invloedrijke folkzangers, terwijl zijn vrouw Joan Littlewood met haar Theatre Workshop, de moeder van het moderne Britse theater werd. In 1956 werd MacColl verliefd op de 21-jarige Amerikaanse folk-zangeres Peggy Seeger, voor wie hij het prachtige lied The First Time Ever I Saw Your Face (*3) schreef. Zij is de half-zus van de bekende folkzanger Pete Seeger en was in Europa beland, omdat na een reis in communistisch China haar Amerikaanse paspoort was ingehouden en ze feitelijk een banneling was geworden. (*2)

Het indrukwekkende The Moving On Song, dat ik hier heb uitgekozen als protestlied, is geschreven door MacColl & Seeger. (*4) Het wordt muzikaal vertolkt door hun zonen Calum & Neil (*5) op gitaar en zang, samen met de Schotse zangeres Karine Polwart en de Engelse folkzanger Chris Wood, die op wonderbaarlijke wijze tegelijkertijd op twee violen speelt.

NOTEN
*1 Prachtig om MacColl samen te horen zingen met  zijn moeder en zijn vrouw. Ook het lied over zijn vader (My Old Man) ontroert me zeer.

*2 MacColl & Seeger klinken mooi samen, zoals je kunt horen op Dirty Old Town (een nummer dat ondermeer gecovered werd door Rod Stewart, The Simple Minds en The Spinners) en Ballad Of Accounting.

*3 Je kent de versie van Roberta Flack, maar zoals Seeger het zingt, klinkt het totaal anders. Luister zelf.

*4 Hier hoor je MacColl’s eigen vertolking van The Moving On Song.

*5 Kirsty MacColl (1959-2000), MacColl’s dochter uit zijn tweede huwelijk, was in de jaren 80 zeer succesvol als zangeres en songwriter.

The Moving On Song
Born in the middle of the afternoon,
in a horse-drawn wagon on the old A5.
The 18-wheelers shook my bed.
The police came, and the little one said,
“you’d better get born in someplace else.”

Move along, get along,
move along, get along,
go! move! shift!

Born at the tattie left in time,
in an old bow tent in a tattie field.
And the farmer said, “The work’s all done.
It’s time that you were moving on.
Now you’d better get born in someplace else.”

Move along, get along,
move along, get along,
go! move! shift!

Born on a common by the building site.
The ground so rutted with trailer wheels.
The people came and said to me,
“You’re lowering the price of the property,
would you mind being born somewhere else.”

Move along, get along,
move along, get along,
go! move! shift!

Born at the back of a blackthorn hedge,
where the white hoarfrost lay all around.
No eastern kings came bearing gifts,
instead the order came to shift.
“Oh you’d better get born in someplace else.”

Move along, get along,
move along, get along,
go! move! shift!

Winter sky it hung with stars,
one shone brighter than the rest.
The wise men came, so stern and strict,
and served the order to evict.
“You’d better get born somewhere else.”

Move along, get along,
move along, get along,
go! move! shift!

Wagon, tent or trailer born.
Last month, last year or in far-off days.
Born here or a thousand miles away,
there’s always men nearby to say,
“you’d better get born in someplace else.”

Move along, get along,
move along, get along,
go! move! shift!

Where will ye go? Where will ye bide?
And where will ye go? And where will ye bide?

26.06.2011

The Pointer Sisters – Jada

Voor de vier dochters (Ruth, Anita, Bonnie en June) en twee zoons (Fritz en Aaron) van dominee Elton Pointer was het verboden om te luisteren naar rock & roll en blues, want dat was muziek van de duivel. Uitsluitend gospel was toegestaan en een album van Elvis Presley kwam het huis alleen binnen, omdat hij daarop Crying In The Chapel zong. Maar als de ouders even het huis uit waren, dan namen de zussen hun kans waar en zongen ze met elkaar ook die “verboden” muziek, zichzelf begeleidend op potten en pannen. Dan kon alleen opa nog wel eens spelbreker zijn, als hij hen verklikte aan hun ouders en dan kregen ze een flink pak slaag.

Met deze basis trokken de zusters de muziekwereld in. Ruth, Anita en Bonnie zongen een aantal jaren achtergrond bij artiesten als Boz Scaggs, Elvin Bishop, Grace Slick en Taj Mahal. Met June erbij brachten ze in 1973 hun eerste album uit, The Pointer Sisters, en dat werd tot ieders verbazing een groot succes. Het was het jaar dat artiesten als Carly Simon, The Carpenters, Jim Croce, Marvin Gaye en Stevie Wonder hits scoorden en wie zat er nou te wachten op een album met oude jazz muziek? Het mooie daarbij is dat ze gewoon hun eigen ding deden, de muziek maakten waar ze zich in thuis voelden en zich niet gek hebben laten maken door de platenbazen. Ook de styling in jaren 30 & 40 kleding en accessoires past daarbij, als verwijzing naar hun arme jeugd en de Leger Des Heils winkels en kerkelijke rommelmarkten waar hun kleren in die tijd meestal vandaan kwamen.

Het nummer dat ik heb uitgekozen is Jada, genoemd naar de dochter van Anita, waarvan de tekst door henzelf is geschreven. En let vooral op de heerlijke improvisaties aan het einde.

Maar helaas is de opname verdwenen van YouTube en dus moeten we het doen met de plaatversie.

Jada
Jada’s coming home.
Jada’s coming home.
She will not cross the Bay bridge,
but she ain’t gone for long.
Jada’s coming home.

Jada’s quite a gall.
She’s in love with Al.
But he don’t love her, no we know,
he is in love with sadly so.
He’s gonna break her heart.

Now when she drives up in that Volvo,
and the horn begins to blow.
I am gonna get out my chair,
run down the stairs,
and open up the door.
Jada is my friend.
Don’t want to see her hurt again.
‘Cause she has such a pretty smile,
Jada is my only child.

Now when she drives up in that Volvo,
and the horn begins to blow.
I am gonna get out my chair,
run down the stairs,
and open up the door.
Jada is my friend.
Don’t want to see her hurt again.
‘Cause she has such a pretty smile,
Jada is my only child.

(het slot is erg moeilijk te verstaan
maar hier een voorzichtige poging)

Bad I hurt him then,
and he will hardly have a hope.
Sorrow sitting there, ribbons in her hair,
such a pretty child, oh what a smile.
He loves me, he loves me not,
he loves me not, that’s what I got.
I taught you all your ABC’s, didn’t I?
Here me out. Why don’t you leave me at all.
Boom! She-bop! She’s gonna go for the top.  
Sure can’t tell her when to stop.
Easy cause her daddy,
don’t you mess with my daughter.
Jada’s coming home.

12.06.2011

Rowlf & Fozzie – Country Gardens

Humor en muziek is een prachtige combinatie in de juiste handen. Als kind luisterde ik naar Victor Borge, Danny Kaye en Herman van Veen en zij waren er meesters in. In de jaren 70 was er ineens The Muppet Show en op slag werd ik een groot fan van Kermit the Frog, Fozzie Bear, Rowlf the Dog, Sam the Eagle en Statler & Waldorf.

Daarom vandaag, ter ere van hen en de leermeesters die hen voorgingen, het welbekende Country Gardens, quatremains gespeeld door Rowlf (Jim Henson) & Fozzie (Frank Oz). Veel plezier.

29.05.2011

For Real – You Don’t Know Nothin’

Het zal je inmiddels niet ontgaan zijn dat ik een groot liefhebber ben van vocale muziek. Zo heb ik jarenlang allerlei a capella nummers langs horen komen, toen ik zelf in a capella groepen zong, op zoek naar nummers om te zingen. Eentje is echt bij me blijven hangen. Elke keer als we het zongen was het weer groot feest en tegelijkertijd heel hard werken, want vooral de modulatie in het midden is rete lastig.

You Don’t Know Nothin’ is geschreven door Hallerin Hilton Hill (*1) en Mervyn Warren, en het is vooral de laatste die met dit nummer zijn kwaliteiten ten toon spreid. Warren (1964) was een vroegwijs professorenkind en werd op school jarenlang gepest, waarop hij vluchtte in zijn pianospel. Hij speelde al snel zo goed dat hij werd gevraagd om zangers te begeleiden, op school en in de kerk. Zijn ouders waren Zevendedags Adventisten en zo groeide hij op met uitsluitend easy listening, gospel, klassiek en koormuziek, andere muzieksoorten waren taboe. Zo werd hij op zijn twaalfde bestraft omdat hij een album van Earth Wind & Fire had gekocht. Ook later kwam hij regelmatig in aanvaring met conservatieve autoriteiten over de jazz invloeden in zijn muziek. Op jonge leeftijd blonk hij niet alleen uit met zijn pianospel, zo werd hij sessie muzikant in een platenstudio, maar ook door zijn arrangementen en de nummers die hij zelf schreef.

Vanaf zijn zestiende was Warren componist, arrangeur, pianist en zanger in meerdere vocale groepen en koren, waaronder eentje die bestond uit zes mannen, Alliance. De groep stond al snel bekend om hun unieke en complexe vocale arrangementen en het combineren van vocale jazz en hedendaagse Christelijke teksten. In 1987 kregen ze een platencontract als Take 6 en the rest is history. Ze waren in de begintijd werkelijk fenomenaal, luister maar eens naar Get Away Jordan uit de film Do It Acapella van Spike Lee  uit 1990. (*2) Warren verliet  Take 6 in 1991 en groeide uit tot een zeer succesvol platenproducer (o.a. Michael Jackson), arrangeur (o.a. Quincy Jones, de film Dreamgirls, Barbara Streisand, Michael Bublé), pianist, vocalist, tekstschrijver en componist van ondermeer filmmuziek.

You Don’t Know Nothin’ wordt gezongen door For Real en staat op hun eerste album It’s A Natural Thang (1994). (*3) De groep bestaat uit Latanyia Baldwin, Necia Bray, Josina Elder en Wendi Williams en kreeg bij toeval een platencontract. Toen ze hun manager op het vliegveld ophaalden, begroetten ze hem met een a capella lied, en toevallig liep daar iemand rond van een platenmaatschappij die gelijk enthousiast was. For Real tourde met Stevie Wonder en zong drie prachtige nummers in Supremes stijl voor de soundtrack van de film Grace Of My Heart, dat het leven beschrijft van een singer-songwriter als Carole King. (*4)

NOTEN
*1 Hallerin Hilton Hill, is een bekende radio en tv-presentator in de VS en daarnaast singer- songwriter en spreker & trainer op het gebied van motivatie.

*2 In de film Do It A Cappella (1990) hoor en zie je nog veel meer geweldige acapella van groepen uit die tijd, zoals Ladysmith Black Mambazo, The Mint Juleps, The Persuasions en mijn favorieten Rockapella (Zombie Jamboree) en True Image (I Need You).

*3 Op de videoclip van You Don’t Know Nothin’ hoor je hoe het nummer op de plaat klinkt.

*4 De film Grace Of My Heart (1996) geeft een prachtig beeld van de ups en downs in het leven van een song-writer in de jaren 60 en 70, die zich ontwikkelt van leverancier van liedjes tot succesvol zangeres. Om een indruk te krijgen hier twee fragmenten van Born To Love That Boy. Eerst het plezier van het arrangeren en daarna het voorzingen voor de producer.

You Don’t Know Nothin’
You know the sun comes up in the morning,
and that summer comes in June.
You know the rain comes out from the sky,
and it makes the flowers bloom.

But you don’t know nothin’,
’til you know that I love you.
Boy I love you.
Said you don’t know nothin’,
’til you know that I love you.
‘Til you know I love you.

Oh you know that one plus one equals two,
and that two times two is four.
You know that roses are red,
and violets are blue,
but you can stand to learn a little more.

But you don’t know nothin’,
’til you know that I love you.
Boy I love you.
Said you don’t know nothin’,
’til you know that I love you.

Baby I know.
I know I, can reach you,
I’ll show you, I’ll teach you.
‘Cause you don’t know nothin’,
‘Til you know that I love you.
‘Till you know, you know that I love you!

You know I love long walks in the park,
like the ones we always say.
You know I love long talks in the dark,
and how it makes us stay awake

‘Cause you don’t know nothin’,
’til you know that I love you.
Boy I love you.
Said you don’t know nothin’,
’til you know that I love you.

Baby I know.
I know I, can reach you,
I’ll show you, I’ll teach you.
‘Cause you don’t know nothin’,
‘Til you know that I love you.

Baby if you
just follow the yearning,
Then soon you’ll be learning.
‘Cause you don’t

Don’t, don’t know nothing.
Know nothin’
You don’t Know nothin’,
’til you know that I love.

Don’t know nothin’,
’til you know,
’til you know,
’til you know.
‘Til you know that I love you 

15.05.2011

Lyle Lovett and his Large Band – Church

Vandaag is het zondag en dus tijd om naar de kerk te gaan. Kijk en luister naar het verrassende verhaal van de dominee die maar niet op wilde houden met preken, terwijl iedereen bijna flauw viel van de honger, briljant vertolkt door Lyle Lovett en zijn gospelzangers.

Lyle Lovett (1957) is bekend van zijn huwelijk (1993-1995) met de actrice Julia Roberts. Ze hadden elkaar leren kennen in 1992, bij de opnames van de film The Player van Robert Altman, waarin ze beiden een rol speelden. Veel mensen stonden er versteld van dat zo’n “lelijke” man er vandoor ging met de Pretty Woman. Maar Lyle Lovett is vooral een heel bijzondere en originele singer-songwriter, die een combinatie ten gehore brengt van country, folk, swing, blues, jazz en gospel. Hij werd opgevoed op een paardenfarm in Texas en studeerde Duits en journalistiek. Sinds de jaren 80 is hij muzikaal actief en hij onderscheidt zich met name door zijn teksten, die vaak zeer humoristisch zijn, zoals wel blijkt uit dit lied. Zo schreef hij ook een slaaplied voor een pinguïn (Penguins uit 1994).

Lovett treedt regelmatig op met de Large Band, die bestaat uit het puikje van de zalm aan ritme-sectie, blazers en achtergrond vocalisten. In dit nummer zijn de muzikanten: Ray Herndon (gitaar), Viktor Krauss (bas – hij is de broer van zangeres Alison Krauss), Matt Rollings (toetsen) en Dan Tomlinson (drums). En de briljante vocalisten zijn: Sweet Pea Atkinson, Sir Harry Bowens, Willie Green jr. en Francine Reed.

Church staat op het album Joshua Judges Ruth (1992) en de live versie is te vinden op Live in Texas (1999). De concertopnames komen uit het befaamde Duitse muziekprogramma Ohne Filter (1992).

Church
I went to church last Sunday,
so I could sing and pray.
But something quite unusual
happened on that day.

The church it started right on time,
just like it does without a doubt.
And everything was all just fine,
except it came the time to let us out.

You know the preacher he kept preaching.
He told us, “I have one more thing to say.
Children, before you think of leaving,
you better think about the Judgment Day.”

Now everyone got nervous,
because everyone was hungry too.
And everyone was wondering,
what was the next thing he would do.

And the preacher he kept preaching.
He said, “Now I’ll remind you, if I may,
you all better pay attention,
or I might decide to preach all day.”

And everyone was getting so hungry,
that the old ones started feeling ill.
And the weak ones started passing out,
and the young ones they could not sit still.

And the preacher’s voice rose higher,
so I snuck up to the balcony,
and I crept into the choir,
and I begged them brothers, sisters, “Help me please!”

I said, “When I give you a signal.”
I said, “When I raise up my hand,
won’t you please join with me together,
and praise the Lord I have a plan.”

And the preacher, he kept preaching.
Long is the struggle, hard the fight.
And I prayed, “Father please forgive me.”
And then I stood up, and with all my might
I sang,

“To the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.
We’ve got some beans and some good cornbread,
and I listened to what the preacher said.
Now it’s to the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.”

Yes, and I did give a signal.
Yes, and I raised up my hands.
And then joined with me the choir,
every woman, child, and man.
They sang,

“To the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.
We’ve got some beans and some good cornbread,
and I’ve listened to what the preacher said.
Now it’s to the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.”

And preacher, he stopped preaching.
And a hush the church did fill.
And then a great white dove, from up above,
landed on the window sill.

And the dove flew down beside him,
and a fork appeared right in his hand.
And with everybody watching,
the preacher ate that bird, right there and then.

And now everyone got really nervous,
and the preacher he did start to glow.
And as we watched on in disbelief,
these were the words he spoke.

He said, “Mama’s in the kitchen,
and she’s been there all day.
And I know she’s cooking something good,
so let’s bow our heads and pray.”
And he sang,

“To the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.
We’ve got some beans and some good cornbread,
now listen to what the preacher said.”
He said, “To the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.”

And the moral of this story,
children, it is plain but true.
God knows, if a preacher preaches long enough,
even he’ll get hungry too!

To the Lord let praises be,
it’s time for dinner now let’s go eat.
We’ve got some beans and some good cornbread,
now listen to what the preacher said.