Eén van de mooiste nummers van Boudewijn de Groot & Lennaert Nijgh (1945-2002) is Het Spaarne, dat komt van de Groot’s 5e album Hoe sterk is de eenzame fietser uit 1973. Hier zingt hij het tijdens een concert uit 1979 in Antwerpen, dat in 1980 werd uitgezonden op de tv bij Veronica. Wat opvalt is trouwens de basgitarist die ook de tweede stem zingt, want dat is Henny Vrienten (1948-2022).
Nijgh zei het volgende over het lied: “Schrijven voor Bo was altijd het zoeken van een speld in een hooiberg. Af en toe wist ik het niet meer, klaagde over gebrek aan inspiratie of vond dat Bo te lastig was. Hij wilde sommige van mijn teksten om volstrekt onduidelijke redenen niet zingen. Waarom hij andere wel mooi vond, was even raadselachtig. Hij wilde in elk geval niet meer zingen over kroegen en vrouwen, verduidelijkte hij. Wat viel er dan nog te zingen, vroeg ik me wanhopig af. “Schrijf voor mijn part iets over het Spaarne”, zei Boudewijn.”
De mooiste versie van het lied komt overigens van Josee Koning, de derde vrouw van Nijgh. Het komt van haar schitterende album Verdronken vlinder: Josee Koning zingt Lennaert Nijgh uit 2005, met prachtige gitaarbegeleiding van de Uruguayaanse gitarist Leonardo Amuedo. Je kunt het hier beluisteren.Ik draag dit lied op aan Juliet Droog, Else Daemen en Thomas Daemen, die een tijdlang vlakbij het Spaarne in Haarlem woonden en daar veel tijd doorbrachten.
Het Spaarne
Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Voorbij de stad
waar niets meer wordt geladen.
Er liggen voor de Waag
geen schepen meer.
Ze varen door
want de bolders en de kaden
hebben plaatsgemaakt
voor het verkeer.
En het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Zoals het steeds
voorbij zal blijven stromen.
Het water gaat,
wat blijft is de rivier.
En wat er ook
voor andere tijden komen,
hij stroomt voorbij
en blijft toch altijd hier.
Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Voorbij de brug,
voorbij de laatste huizen.
Voorbij de werven
en het stoomgemaal.
Het Spaarne stroomt,
maar niet voorbij de sluizen.
Het eindigt naamloos
in een zijkanaal.