Posts Tagged ‘Lennaert Nijgh’


08.06.2025

Boudewijn de Groot – Het Spaarne

Eén van de mooiste nummers van Boudewijn de Groot & Lennaert Nijgh (1945-2002) is Het Spaarne, dat komt van de Groot’s 5e album Hoe sterk is de eenzame fietser uit 1973. Hier zingt hij het tijdens een concert uit 1979 in Antwerpen, dat in 1980 werd uitgezonden op de tv bij Veronica. Wat opvalt is trouwens de basgitarist die ook de tweede stem zingt, want dat is Henny Vrienten (1948-2022).

Nijgh zei het volgende over het lied: “Schrijven voor Bo was altijd het zoeken van een speld in een hooiberg. Af en toe wist ik het niet meer, klaagde over gebrek aan inspiratie of vond dat Bo te lastig was. Hij wilde sommige van mijn teksten om volstrekt onduidelijke redenen niet zingen. Waarom hij andere wel mooi vond, was even raadselachtig. Hij wilde in elk geval niet meer zingen over kroegen en vrouwen, verduidelijkte hij. Wat viel er dan nog te zingen, vroeg ik me wanhopig af. “Schrijf voor mijn part iets over het Spaarne”, zei Boudewijn.”

De mooiste versie van het lied komt overigens van Josee Koning, de derde vrouw van Nijgh. Het komt van haar schitterende album Verdronken vlinder: Josee Koning zingt Lennaert Nijgh uit 2005, met prachtige gitaarbegeleiding van de Uruguayaanse gitarist Leonardo Amuedo. Je kunt het hier beluisteren.Ik draag dit lied op aan Juliet Droog, Else Daemen en Thomas Daemen, die een tijdlang vlakbij het Spaarne in Haarlem woonden en daar veel tijd doorbrachten.

Het Spaarne
Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Voorbij de stad
waar niets meer wordt geladen.
Er liggen voor de Waag
geen schepen meer.
Ze varen door
want de bolders en de kaden
hebben plaatsgemaakt
voor het verkeer.

En het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Zoals het steeds
voorbij zal blijven stromen.
Het water gaat,
wat blijft is de rivier.
En wat er ook
voor andere tijden komen,
hij stroomt voorbij
en blijft toch altijd hier.

Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.

Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.
Voorbij de brug,
voorbij de laatste huizen.
Voorbij de werven
en het stoomgemaal.

Het Spaarne stroomt,
maar niet voorbij de sluizen.
Het eindigt naamloos
in een zijkanaal.

14.08.2022

Jules de Corte – Bruidspaar

Jules de Corte (1924-1996) had een appeltje te schillen met de strengheid van het geloof, die hij van jongs af aan meekreeg op het Rooms-Katholieke Blindeninstituut de Wijnberg in Grave, waar hij opgroeide. Hij kreeg er uitstekend onderwijs en leerde er piano spelen, maar ervoer het als een kille, katholieke jeugdgevangenis. Hij verwerkte zijn slechte ervaringen met het geloof in menig nummer dat hij schreef.

Zo heb ik ooit nog het prachtige Aan Luther en de anderen (1969) gezongen tijdens een viering op mijn christelijke middelbare school, Reformatorisch College Blaucapel, met dank aan onze geweldige muziekleraar Wout van Veen. En je kunt het ook terug horen in zijn ontroerende lied Het bruidspaar dat hij hier zingt in 1967, maar al schreef voor 1960. Het komt van zijn album Liedjes die eigenlijk niet mogen uit 1962.

Truus van Hoof. Onthoudt die naam. Ze was de enige die samen met het bruidspaar een plek kreeg boven in de hemel.

 

Boudewijn de Groot schreef samen met tekstschrijver Lennaert Nijgh (1945-2002) een lied met hetzelfde thema: Elégie prénatale. Ook hier gaat het om een “moetje”. Het was zijn tweede single uit 1964, en dat is goed te horen in zijn jeugdige stem, want toen was hij nog maar 20 jaar oud.

 

Het bruidspaar
Het jonge paar kwam stijfgearmd van het stadhuis.
Geëscorteerd door slechts een paar familieleden.
Er zou geen bruiloft zijn, omwille van de vrede.
Alleen een heel bescheiden schijnreceptie thuis.

En in de ouderlijke woning van de bruid,
kreeg iedereen een kopje thee en een gebakje.
Er waren vier felicitaties plus een pakje.
En na een uur liet men de laatste gasten uit.

Toen was het allemaal gelukkig weer gewoon.
Ze gingen zwijgend naar hun zolder met z’n beiden.
Waar niemand zag hoe hij haar troostte toen ze schreide.
En vijf maand later werd ze moeder van een zoon.

Die kreeg de namen van papa aan vaders kant.
Als een gebaar van goede wil aan de familie.
Ze stuurden kaartjes rond naar ieders domicilie,
en plaatste voorts een advertentie in de krant.

Welnu, de enige die kwam was Truus van Hoof.
En alle anderen lieten taal noch teken merken.
Die zaten ’s zondags vroom en vredig in hun kerken.
Om God te danken voor hun spijkerhard geloof.

01.03.2020

Josee Koning – De zee, de zee

Eén van de beste Nederlandse zangeressen is Josee Koning, die veel Braziliaans heeft gezongen, maar later ook Nederlandstalig is gaan doen. Haar album Verdronken vlinder (2005) met nummers van haar ex-man Lennaert Nijgh (1945-2002), behoort tot mijn favorieten.

Nu vond ik van haar het prachtige lied De zee, de zee dat ook door Nijgh is geschreven en op muziek is gezet door Coen Molenaar. Begeleid door top-pianist Cor Bakker zingt ze het hier intens & ontroerend, met het beeld van haar toenmalige lief voor ogen. Nijgh was namelijk van kinds af aan gek op water en op de zee, dat zat nu eenmaal in zijn Katwijkse vissersfamilie. Hij had  een boot, een oude Urkse viskotter De Jonge Jacob, waar hij zeer aan verknocht was, en die lag in Spaarndam aan het Spaarne. Hij had wel een huis in Haarlem, maar was vooral te vinden op het water en aan de morsige waterkant met zijn drank en vrouwen.

De zee, de zee
Middenin de groene polder,
vaart ineens een zeeschip.
Dat een verre reis begon.

Tussen koeien, tussen schapen,
naar de gouden horizon.
Naar de sluizen van IJmuiden,
en de ondergaande zon.

En op de dijk fietst een kleine jongen
vergeefs een eindje mee.
En denkt wat alle kleine jongens denken,
die een schip zien gaan naar zee.

O de zee, de zee.
Laat me gaan en neem me mee.
Naar zee, o de zee.
Laat me gaan, neem me mee.

Straks is al het groene weiland
onafzienbaar donker water.
En het land verleden tijd.
En de lichten van IJmuiden
doven in het oosten uit.

Varen is steeds afscheid nemen.
Onderweg zijn voor altijd.

Kleine jongens worden groter,
dromen groeien zelden mee.
Maar een man wordt weer een jongen
als een schip vertrekt naar zee.

O de zee, de zee.
Laat me gaan en neem me mee.
Naar zee, o de zee.
Laat me gaan en neem me mee.

Naar zee.
O neem me mee, naar zee.
De zee.